Waarom je setting het vertrekpunt zou moeten zijn
In een tijd waarin authenticiteit en beleving centraal staan, is het bouwen van een concept rond je setting een strategische zet. Het levert niet alleen een uniek en consistent verhaal op, maar versterkt ook de emotionele connectie met je publiek. De locatie is geen decorstuk - het is je regisseur, muze en decorbouwer in één. De locatie beïnvloedt onbewust de toon, sfeer, beleving en zelfs het gedrag van je doelgroep. Denk aan een historisch kasteel dat uitnodigt tot mysterie en elegantie, tegenover een moderne rooftop die vraagt om innovatie en minimalisme.
De juiste locatie:
- Activeert emoties en verbeelding
- Bepaalt visuele stijl en tone of voice
- Stuurt logistieke en creatieve keuzes
- Maakt je concept memorabel en authentiek
Door de locatie niet als bijzaak maar als creatief startpunt te behandelen, versterk je de samenhang tussen boodschap, beleving en merkidentiteit.
Stap-voor-stap: Bouw je concept rond je setting
1. Analyseer de locatie met een frisse blik. Start met een observatieronde. Stel jezelf vragen zoals:
- Wat is het eerste gevoel dat deze plek oproept?
- Welke kleuren, vormen, geluiden en geuren overheersen hier?
- Is er een verhaal of geschiedenis verbonden aan deze locatie?
- Hoe gedraagt men zich hier automatisch?
- Gebruik deze inzichten als basis voor je narratief of thema.
2. Vertaal sfeer naar concept
Een rauwe loods vraagt om een ander narratief dan een serene wijngaard. Laat de esthetiek en energie van de plek terugkomen in:
- Styling en decor
- Muziekkeuze
- Lichtontwerp
- Catering en geurbeleving
- Dresscode en hospitality
Voorbeeld: Een industriële locatie kan het perfecte podium zijn voor een ‘future-proof’ innovatie-event met strakke lichtlijnen, holografische visuals en modulaire meubels.
3. Gebruik de locatie letterlijk in je storytelling
Laat de setting niet alleen visueel inspireren, maar ook inhoudelijk. Verwerk de geschiedenis, ligging of structuur in je storytelling. Denk aan:
- Locatiegebonden metaforen of quotes
- Workshops die de omgeving betrekken (zoals buitenopdrachten)
- Bewegingsroutes die deelnemers een ‘reis’ laten maken
- Zo wordt de locatie een actieve deelnemer in plaats van slechts een achtergrond.
